Post by Berry van Osch (forum admin) on May 22, 2011 16:47:35 GMT -5
Veiligheidsregels
Algemeen
Voor aanvang en na afloop van iedere oefening, static display of battle moet de Sergeant of de Koperaal de wapens en de patroonhouders, zowel van de groep en van zichzelf inspecteren om na te gaan of er geen losse patronen aanwezig zijn in het geweer en de rest opgeborgen zit in de patroonhoudertassen. Dit moet hij aan iedereen van de groep vragen ook aan de officieren. Deze maatregelen moet men uitvoeren bij het betreden van de oefening, static display of de battle.
Algemene veiligheidsregels
Personeel, dat het geweer in gebruik of beheer heeft, moet op de hoogte zijn van de veiligheidsregels en er op toe zien dat deze nauwkeurig worden nageleefd.
A. Bij het ter hand nemen van een wapen dient de gebruiker eerst de veiligheidsmaatregelen te nemen. Het controleren van zijn wapen dat er geen losse patronen in zitten.
B. Scherpe, losse en exercitiepatronen mogen nooit door elkaar worden gebruikt of gelijktijdig in het bezit zijn van de gebruiker van het wapen.
C. Voordat de veiligheidsmaatregelen zijn genomen, moet het wapen worden behandeld alsof het geladen is, omdat uitwendig niet te zien is of het geladen is.
D. Wanneer de gebruiker niet overtuigd is van de toestand waarin zijn wapen verkeert(geladen, half geladen of ontladen) moet hij/zij de veiligheidsmaatregelen nemen.
E. Wanneer met de kolf van een half geladen wapen krachtig tegen een ander voorwerp of tegen de grond wordt gestoten(bijvoorbeeld door vallen of stoten tijdens het springen uit een voertuig) bestaat de mogelijkheid dat er een patroon in de kamer wordt aangevoerd. Het wapen is dan geladen. Handel dan als volgt.
-Probeer of de vuurregelaar op SAFE kan worden gezet.
-Indien de vuurregelaar niet op SAFE kan worden gezet, is er niks aan de hand.
-Indien de vuurregelaar wel op SAFE kan worden gezet, moeten de veiligheidsmaatregelen worden genomen en daarna de handelingen van het half laden opnieuw worden uitgevoerd.
F. Een geladen wapen moet altijd in een veilige richting wijzen.
G. Het is verboden zonder noodzaak op iemand te richten.
H. Wanneer we van de oefening, static display of battle afkomen, mag alleen in opdracht op mensen worden gericht.
I. Een over te dragen wapen moet ontladen zijn en met de afsluiter in de achterste stand worden aangeboden aan de ontvanger, zodat de kamer en de voorzijde afsluiter zichtbaar zijn.
J. Het is ten strengste verboden bij het gebruik van losse patronen vuur af te geven in de richting van personen, indien deze op een afstand van minder dan 5 meter van de schutter verwijderd zijn. Aangezien bij duisternis de voorgeschreven afstand niet of moeilijk is te bepalen, moet bij gebruik van losse patronen tussen zonsondergang en zonopkomst in de lucht worden gevuurd.
K. Na de wapeninspectie, voor aanvang van het schieten, wordt de patroonhouder pas geplaatst nadat hiervoor opdracht gegeven is.
L. Bij het vuren met het wapen moet het personeel dat zich in de nabijheid van het wapen bevindt, het gehoor beschermen met behulp van de voorgeschreven beschermingsmiddelen.
Algemeen
Voor aanvang en na afloop van iedere oefening, static display of battle moet de Sergeant of de Koperaal de wapens en de patroonhouders, zowel van de groep en van zichzelf inspecteren om na te gaan of er geen losse patronen aanwezig zijn in het geweer en de rest opgeborgen zit in de patroonhoudertassen. Dit moet hij aan iedereen van de groep vragen ook aan de officieren. Deze maatregelen moet men uitvoeren bij het betreden van de oefening, static display of de battle.
Algemene veiligheidsregels
Personeel, dat het geweer in gebruik of beheer heeft, moet op de hoogte zijn van de veiligheidsregels en er op toe zien dat deze nauwkeurig worden nageleefd.
A. Bij het ter hand nemen van een wapen dient de gebruiker eerst de veiligheidsmaatregelen te nemen. Het controleren van zijn wapen dat er geen losse patronen in zitten.
B. Scherpe, losse en exercitiepatronen mogen nooit door elkaar worden gebruikt of gelijktijdig in het bezit zijn van de gebruiker van het wapen.
C. Voordat de veiligheidsmaatregelen zijn genomen, moet het wapen worden behandeld alsof het geladen is, omdat uitwendig niet te zien is of het geladen is.
D. Wanneer de gebruiker niet overtuigd is van de toestand waarin zijn wapen verkeert(geladen, half geladen of ontladen) moet hij/zij de veiligheidsmaatregelen nemen.
E. Wanneer met de kolf van een half geladen wapen krachtig tegen een ander voorwerp of tegen de grond wordt gestoten(bijvoorbeeld door vallen of stoten tijdens het springen uit een voertuig) bestaat de mogelijkheid dat er een patroon in de kamer wordt aangevoerd. Het wapen is dan geladen. Handel dan als volgt.
-Probeer of de vuurregelaar op SAFE kan worden gezet.
-Indien de vuurregelaar niet op SAFE kan worden gezet, is er niks aan de hand.
-Indien de vuurregelaar wel op SAFE kan worden gezet, moeten de veiligheidsmaatregelen worden genomen en daarna de handelingen van het half laden opnieuw worden uitgevoerd.
F. Een geladen wapen moet altijd in een veilige richting wijzen.
G. Het is verboden zonder noodzaak op iemand te richten.
H. Wanneer we van de oefening, static display of battle afkomen, mag alleen in opdracht op mensen worden gericht.
I. Een over te dragen wapen moet ontladen zijn en met de afsluiter in de achterste stand worden aangeboden aan de ontvanger, zodat de kamer en de voorzijde afsluiter zichtbaar zijn.
J. Het is ten strengste verboden bij het gebruik van losse patronen vuur af te geven in de richting van personen, indien deze op een afstand van minder dan 5 meter van de schutter verwijderd zijn. Aangezien bij duisternis de voorgeschreven afstand niet of moeilijk is te bepalen, moet bij gebruik van losse patronen tussen zonsondergang en zonopkomst in de lucht worden gevuurd.
K. Na de wapeninspectie, voor aanvang van het schieten, wordt de patroonhouder pas geplaatst nadat hiervoor opdracht gegeven is.
L. Bij het vuren met het wapen moet het personeel dat zich in de nabijheid van het wapen bevindt, het gehoor beschermen met behulp van de voorgeschreven beschermingsmiddelen.