|
Post by Olav Hellenbrand on Jun 11, 2011 6:13:35 GMT -5
Regelgeving A-klasse uniform.
Het A-klasse uniform moet nagenoeg authentiek zijn. Een goede reproductie of origineel is vereist. Insignes mogen alleen opgespeld worden na overleg leidinggevende en goedkeuring bestuur HRVN.
1. Na acht battles mag je je combat infantryman badge dragen. 1.1. (ex)Militairen die onder gevecht condities gevochten hebben.
2. De badge parachutist moet gedragen worden over het blauwe ovaaltje. 2.1. Alleen de mensen die hun para brevet hebben gehaald mogen een ster op hun badge parachutist dragen. 2.2 Op de linkerschouder moet een 101st Airborne patch, rechterschouder de Allied Airborne patch.
3. Overseas service bars mogen alleen gedragen worden als je zelf in Normandië bent geweest. 3.1. Er mag maar een enkele overseas service bar gedragen worden. (een bar is zes maanden over zee)
4. Service stripes zijn aan rang gekoppeld en datum van in trede dienst. 4.1. Max één stripe. (een stripe is drie jaar dienst).
5. Sharpschooter badge. 5.1. Mensen die op een schietvereniging zitten en hun prestatie percentage behaald hebben. 5.2. Militairen die hun schiet eisen van defensie hebben behaald. 5.3. Mensen die naar de schietbaan gaan en kunnen aantonen dat ze de prestatie percentage behaald hebben. 5.3.1. Om te kunnen bewijzen dat je je prestatie percentage behaald wilt de leidinggevende een bewijs hier van.
|
|